GPS en boedapester hoogvliegers
GPS-data: overzicht 2010
Begin 2010 had ik maar één duiver die niet in de kweek zat; alle metingen gebeurden dus met dit
exemplaar, dat ik zelf niet als de beste inschat van mijn hok (de andere zaten immers in de kweek). Het
betreft een laat jong van 2009 dat tijdens de metingen telkens het gezelschap had van jongen duiven
2010. Het experiment met de budapester is geëindigd begin juni omdat hij, samen met enkele andere,
tijdens een zeer hoge vlucht verloren is gevlogen en niet meer teruggekeerd. Nooit iets van gehoord,
alhoewel hij voorzien was van een naamring met gsm-nummer.
Overzicht
Datum |
Interval (sec) |
duur |
totale afstand (km) |
max. snelheid (km/u) |
gemiddelde snelheid |
hoogste punt (m) |
max. afstand van hok (m) |
aantal metingen |
21/5 |
1 |
00:44 |
17.15 |
62.26 |
23.39 |
236 |
170 |
2630 |
22/5 |
1 |
01:52 |
73.2 |
80.43 |
39.21 |
833 |
500 |
6770 |
23/5 |
1 |
02:15 |
91.3 |
72.47 |
40.58 |
583 |
1220 |
8122 |
24/5 |
1 |
01:34 |
45.22 |
75.82 |
28.87 |
329 |
330 |
5691 |
29/5 |
1 |
01:41 |
45:93 |
82.84 |
27.29 |
512 |
630 |
6069 |
3/6 |
15 |
00:36 |
9.19 |
71.23 |
15.32 |
204 |
310 |
602 |
4/6 |
10 |
01:04 |
41.62 |
96 |
38.78 |
941.5 |
2000 |
389 |
5/6 |
10 |
00:26 |
7.43 |
59.24 |
17.15 |
279.49 |
210 |
159 |
13/6 |
10 |
01:42 |
51.62 |
81.08 |
30.36 |
520 |
900 |
614 |
22/6 |
10 |
00:31 |
8.71 |
71.97 |
16.87 |
236 |
290 |
192 |
23/6 |
10 |
02:00 |
30.31 |
59.76 |
15.16 |
424 |
590 |
726 |
Bovenstaande tabel geeft een lijst van alle metingen gedaan in 2010. De cijfers zijn iets minder correct
dan de tippler-metingen omdat ik met boedapesters minder gedisciplineerd omga. Na de vlucht blijven ze
nogal eens op het dak zitten ipv direct in het hok te gaan en dat vervalst de gemiddelden. Er zit dus
wat ruis op maar die stilstaande fases heb ik getracht eruit te filteren met een zelf ontwikkeld
software programma. Samenvattend kan ik stellen dat de prestaties ondermaats zijn in vergelijking tot de
kwaliteit van de duiven. Mits aangepaste training en voeding valt er zeker veel meer uit te halen maar
tijdens deze periode van het seizoen heeft de training van tipplers voorrang. Even een toelichting over
de opgemeten waarden:
- Interval: aantal seconden tussen elke meting; 1 seconde is zeker teveel; 5 à 10 seconden tussen elke
meting lijkt mij ideaal.
- duur: in uren:minuten; duur van de vlucht, vanaf het begin van de meting tot de landing.
- totale afstand gevlogen tijdens de vlucht. Minder foutmarge bij een meting met klein interval
- maximale snelheid geconstateerd tijden de vlucht
- gemiddelde snelheid: hier zit nogal wat variatie in; waarschijnlijk zitten hier enkele stilstaande
fases in waarbij ze nog op het dak blijven zitten achter de landing, alhoewel ik getracht heb deze
gegevens uit te filteren.
- hoogste punt: uiteraard een belangrijk punt bij hoogvliegers. Hangt samen met de training en
conditie, en ook door het feit dat veel vluchten afgelegd werden samen met jonge dieren. De hoogste
meting is 940 m en dat is al indrukwekkend; ik ben ervan overtuigd dat sommige vluchten nog hoger
gaan. Valt te bevestigen volgend seizoen !
- maximale afstand tot het hok: dit is de afstand gemeten in rechte lijn van het meetpunt tot het hok.
Er bestaat dikwijls een verband tussen deze afstand en de hoogte waarop ze vliegen. Het verste punt
bevindt zich op 2 km en dat is tamelijk veel in vergelijking tot tipplers. Boedapesters moeten dus
een beter navigatievermogen hebben dan tipplers, anders geraak je alles kwijt.
GPS-data: details
Filmpjes van vluchten
Grafieken zeggen niet alles. Ze geven een idee over de dynamiek van de vlucht maar niet over het verloop
van het traject. Hieronder zijn twee filmpjes geplaatst met het verloop van het traject in Google Earth.
De vlucht start aan het hok. De vierkante markeringen zijn de meetpunten (om de seconde bij de eerste
vlucht, om de tien seconden bij de tweede). De meetpunten zijn door een verticale lijn verbonden met de
grond om een beter inzicht te geven over de positie van het meetpunt.
Hieronder de vlucht van 22 mei met een maximale hoogte van 833 m en een maximale afstand tot het hok van
500 m. De meetpunten werden geregistreerd met een interval van 1 seconde; dit resulteert in een zeer
vloeiende beweging van de vlucht.
De tweede vlucht werd geregistreerd op 4 juni en had een maximale hoogte van 941 m; ze gingen tot 2 km
ver van het hok wat naar mijn aanvoelen zeer ver is voor dit soort duiven. De meetpunten werden genomen
om de 10 seconden en dit resulteert in een minder duidelijk traject.